Ten aanzien van tijdbeslag en kosten voor opleidingen worden onderstaande uitgangspunten gehanteerd:
- Het volgen van opleidingen die noodzakelijk zijn voor de directe functie-uitoefening in de huidige of in overleg met de werkgever eerstvolgende intern beoogde functie, vindt in werktijd plaats. De kosten hiervan worden door de werkgever gedragen.
- Opleidingen die, anticiperend op de verwachte ontwikkelingen, nodig zijn voor een blijvende inzetbaarheid van de medewerker op de arbeidsmarkt, worden als regel voor de helft in eigen vrije tijd en voor de andere helft in bedrijfstijd gevolgd. De werkgever maakt, na overleg met de medewerker, afspraken met de medewerker over een eventuele kostenvergoeding.
- Indien uw functie als gevolg van een reorganisatie vervalt, zijn de kosten van de opleiding voor een andere functie voor rekening van de werkgever en zal de opleiding voor zover enigszins mogelijk in bedrijfstijd worden gevolgd.
De werkgever kan in overleg met het vertegenwoordigend overleg een collectief of individueel budget beschikbaar stellen voor opleidingen die nodig zijn voor een blijvende inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De werkgever stelt hierbij richtlijnen op voor de bestedingsdoelen. Daarbij blijft ten aanzien van de kostenvergoeding het uitgangspunt gelden dat opleidingen volledig vergoed worden als ze noodzakelijk zijn voor de directe functie-uitoefening in de huidige of in de in overleg met de werkgever eerstvolgende intern beoogde functie of in een andere functie als gevolg van reorganisatie.